zondag 15 januari 2012

Homerisch gelach

Misschien denkt u: in deze tijden van crisis valt er niet zo veel te lachen, maar juist daarom, om de moed erin te houden, een column over lachen deze week.

U hebt vast wel eens de uitdrukking homerisch gelach gehoord: onbedaarlijk gelach, maar wel vaak met een ondertoon van iemand uitlachen; het wordt niet gebruikt als een zaal vreselijk moet lachen om een grap van een cabaretier. Vandaag meer over de oorsprong van deze uitdrukking.

Homerus leefde rond 800 voor Christus in Griekenland. Hij is, naar men denkt, de schrijver van de Ilias, over de Trojaanse oorlog, en de Odyssee, over de terugreis van Odysseus naar Ithaka. In die gedichten spelen de goden een belangrijke én actieve rol. Ze gedragen zich vaak net als mensen, met al hun goede en vooral slechte eigenschappen. Goden doen wel alles zogezegd in het kwadraat: ze zijn nooit gewoon boos, maar heftig boos, ze lachen niet normaal, maar onbedaarlijk. De uitdrukking homerisch gelach is natuurlijk niet van Homerus zelf. De term is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de Franse barones Oberkirch rond 1850. De uitdrukking is ook in het Engels en Duits overgenomen.
Homerus spreekt zelf meermalen van onblusbaar gelach. Het mooiste verhaal is dit:

Aphrodite, de mooiste van alle godinnen, was, om haar ijdelheid te temperen, door Zeus uitgehuwelijkt aan Hephaistos (Vulcanus), de lelijkste god, en nog kreupel bovendien. Als haar man van huis was (aan het werk in zijn smidse onder de Etna), had ze het heel gezellig met de grootste macho onder de goden, Ares (Mars). Maar de Zon, ook een god in die tijd, zag alles en vertelde het door aan Hephaistos. Die smeedde een onzichtbaar net boven zijn bed, en toen Ares en Aphrodite daar weer eens lagen, liet hij plotseling het net over hen heen zakken. Daar lagen ze dus gevangen, en Hephaistos riep de andere goden erbij. De godinnen schaamden zich en kwamen niet kijken, maar de goden barstten uit in een onbedaarlijk gelach. We lezen ook nog dat de god Hermes wel een beetje jaloers was.
Of je er nu onbedaarlijk om moet lachen of niet: een mooi verhaal is het wel. Er zijn ruimschoots vertalingen van de Ilias en de Odyssee in de handel: aanbevolen literatuur voor als je van het genre houdt.
En wat de aan de oudheid ontleende uitdrukkingen betreft: wordt vervolgd.

3 opmerkingen:

  1. Wat fijn deze tekst. Ik moest opzoeken waar een Homerisch gelach vandaan kwam, hier heb ik het gemakkelijk en in een fijn kort en duidelijk stukje tekst kunnen lezen! :D

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Emmy,
    Weet u ook welke goden er op dit schilderij staan?
    Alvast bedankt!
    Groeten Nini

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In het midden staat, in het zwart, Hephaistos (gereedschappen), dan komt waarschijnlijk Apollo. Voor Apollo staat Zeus (te herkennen aan de adelaar die voor hem zit). Vervolgens Hermes (hoed met vleugeltjes).
      De overige figuren zijn lagere godheden en Erosjes.

      Verwijderen