zondag 27 november 2011

Vleien door te vlijen?

De vorige week vroeg ik u de juiste spelling van woorden met ei of ij. De correcte zinnen zijn deze:
       1   In de Pyreneeën genoten we van het weidse – wijdse uitzicht.
       2   In mijn vrije tijd trek ik graag iets weids – wijds aan.
       3   Op de uitkomst van de eurocrisis is geen peil pijl te trekken.
       4   Dat meisje heeft prachtig steil – stijl haar.
       5   Veel mensen probeerden bij kolonel Kadhafi in het gevlei – gevlij te komen.

De laatste zin was het moeilijkst, denkt LinguaLog. Daar is ook een reden voor.
Gevlei en gevlij liggen qua betekenis heel dicht bij elkaar: aardig doen om bij iemand in een goed blaadje te komen. Vleien gebeurt dan meer mondeling, terwijl vlijen betekent tegen iemand (of iets) aan leunen, al dan niet om iets van die ander gedaan te krijgen. De uitdrukking in het gevlij komen is van vlijen afgeleid.
Met weids en wijds is een beetje hetzelfde aan de hand. Een weids uitzicht is altijd ruim, wijd, een bron van spelfouten dus.
En als je een pijl wilt afschieten, trek je aan de boogpees, maar om zo'n pijl gaat het niet in de uitdrukking ergens geen peil op kunnen trekken. Die term komt uit de scheepvaart. Een peil is een richtpunt (aan de kust), waar de zeelieden zich op richtten als ze hun positie op zee wilden bepalen.

In veel gevallen is er wel een ezelsbruggetje om ei of ij te bepalen. Kijk of er een werkwoord afgeleid met het woord verbonden is: peil houdt verband met peilen. Werkwoorden die met een ei geschreven worden, zijn zwak en behouden de ei in de verleden tijd: peilen – peilde – gepeild. Dan schrijf je dus ook peil. Bij werkwoorden met een ij is de verleden tijd meestal ee: kijken – keek.
Dat kun je bij het woordpaar leiden – lijden ook toepassen:
ik leid de vergadering – ik leidde de vergadering
ik lijd veel pijn – ik leed veel pijn
Maar, hoe gemeen, bij vlijen gaat dit niet op: het meisje vlijde zich tegen haar vriend aan.

LinguaLog gelooft niet zo in complottheorieën, maar wie weet: het is in elk geval goed voor de werkgelegenheid van docenten Nederlands en de taaladviesdiensten!

zondag 20 november 2011

Leiden

"Banken leiden Griekse strop", las LinguaLog gisteren in de krant. Zij was echt in verwarring; een strop leiden: wat zou de krant daarmee bedoelen? Een Griekse strop nog wel. Zijn Griekse stroppen anders dan Nederlandse stroppen? Versierd met van die leuke meandertjes? En hoe leid je een strop? Leiden betekent aan de hand meenemen. Is Griekenland een soort hondje dat je uitlaat? Leiden kan ook nog betekenen de leiding over iets hebben. In die redenering veroorzaken de banken dus alle ellende in Griekenland, als je strop bedoelt als attribuut om iemand op te hangen. Eerst het artikel maar eens lezen, misschien dat …
"Hou toch op, LinguaLog! Denk toch eens na. Hier staat gewoon een spelfout! Nee, natuurlijk schrijven kranten normaliter nóóit spelfouten, maar vooruit, één keertje, waar gehakt wordt vallen spaanders, toch?"
Tja, u hebt gelijk. Natuurlijk moet het lijden zijn. Je lijdt een strop als jou een strop overkomt, en dat was hier natuurlijk bedoeld.
LinguaLog had beter kunnen weten. Een poosje geleden had zij in het programmaboekje van een passieconcert immers gelezen over het leiden van Christus. Als je gelovig bent, vind je uiteraard dat Christus je leidt op de goede weg, maar één keer per jaar leidt hij niet, maar lijdt hij.

Alle ellende rond ei en ij is al begonnen in de middeleeuwen. Achter korte klinkers plaatste men een i om ze lang te laten klinken. Bekend is Oisterwijk, dat je als Oosterwijk uitspreekt. Ook de korte i kon je verlengen. Die verlengde i werd als ij geschreven. In Amsterdam is de uitspraak van ij langzaamaan geworden tot wat wij nu doen. Mede dankzij het overwicht van Amsterdam kon de ij-klank doordringen in het Standaardnederlands, dat vanaf 1700 ontstond. In verschillende dialecten, bijvoorbeeld in Zeeland, wordt ij nog steeds als ie uitgesproken. Gelukkige scholieren die nog dialect spreken: die maken geen ij-ei-fouten (hoopt LinguaLog)!
De ei werd oorspronkelijk als ee uitgesproken. Maar ook die klank onderging een uitspraakverandering, en wel via ai rond 1600 naar ei rond 1700. En zo is de uitspraak van ij en ei parallel gaan lopen, en zitten wij met het probleem opgescheept.

Een kleine taaltest tot besluit. De vraag is simpel: Wat is de juiste spelling?
1     In de Pyreneeën genoten we van het weidse – wijdse uitzicht.
2     In mijn vrije tijd trek ik graag iets weids – wijds aan.
3     Op de uitkomst van de eurocrisis is geen peil pijl te trekken.
4     Dat meisje heeft prachtig steil – stijl haar.
5     Veel mensen probeerden bij kolonel Kadhafi in het gevlei – gevlij te komen.

Volgende week de correcte antwoorden.

zondag 13 november 2011

De kalender

Deze maand is het november, de elfde maand van het jaar. Of toch niet?
Laten we eens kijken naar de oorsprong van het woord. Afgaande op de naam zou je denken dat het de negende maand is. Immers: novem is het Latijnse woord voor negen. De namen van de maanden dateren alle uit de Romeinse oudheid.
De Romeinse kalender bevatte oorspronkelijk maar tien maanden, van maart tot december. Elke maand had ongeveer 30 dagen, en er was een niet nader aangeduid aantal dagen in de winter. Wellicht lagen in de winter in het agrarisch ingestelde Rome alle boerenactiviteiten stil. In maart werd men 'wakker' en traden de nieuwe consuls, de hoogste Romeinse bestuurders, aan.

De tien maanden hadden de volgende namen:
Martius: genoemd naar de Romeinse god Mars
Aprilis: waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse werkwoord aperire, openen: de natuur komt weer tot bloei
Maius: genoemd naar de moedergodin Maia
Iunius: genoemd naar Iuno, de echtgenote van Jupiter
Quintilis: de vijfde maand; Iulius Caesar, die een kalenderhervorming liet uitvoeren, noemde deze maand later naar zichzelf, juli
Sextilis: de zesde maand; later hernoemd door keizer Augustus
September tot en met December: de zevende tot en met de tiende maand

Later zijn januari (naar Janus, de Romeinse god van poorten en deuren) en februari (bij de Romeinen was februari de maand van de grote reiniging en boetedoening, de februa) nog toegevoegd.
Aanvankelijk werden januari en februari achter december geplakt. Dat was ook wel logisch: boetedoening vindt aan het eind, vlak voor een nieuw begin, plaats.
Merk trouwens op dat de sterrenbeelden van de dierenriem ook niet met januari beginnen, maar met Ram, halverwege maart, als de zon recht boven de evenaar staat en dag en nacht even lang duren.

De moord op Julius Caesar
op de Idus van maart

Het woord kalender is afgeleid van Kalendae, de eerste dag van de Romeinse maand. Het is vrijwel het enige Latijnse woord dat met een k begint. Ook de vorm met een c komt voor. Het is afgeleid van het werkwoord calare, afroepen. Op de eerste dag van de maand werd afgekondigd wanneer de Nonae zou vallen. De Nonae was de negende dag voor de Idus, die op de 13e of 15e van de maand viel. Andere namen voor de dagen hadden de Romeinen niet.
Vandaag, 13 november, is het trouwens volgens de Romeinse kalender de Idus.

zondag 6 november 2011

Pleite

Griechenland pleite!, kopte de Bildzeitung deze week in de bekende chocoladeletters.
LinguaLog werd even op het verkeerde been gezet. Zou het land, als een Atlantis 2.0, in zee gezonken zijn? Toch jammer, want LinguaLog gaat graag naar Griekenland en houdt van de mensen en hun taal.
Pleite kennen wij tegenwoordig toch voornamelijk in de betekenis weg. In het Duits betekent het daarentegen failliet. Hoog tijd dus om ons in het woord te verdiepen.

Pleite is afgeleid van het Hebreeuwse woord pəlēṭā, dat redding, vlucht betekent. Het Jiddisch heeft het woord overgenomen als pleite, in de betekenis failliet, en zo is het in het Nederlands en het Duits terechtgekomen. In het Duits is het zo gebleven, maar in het Nederlands is de betekenis veranderd.
Wat kun je doen als je failliet bent? Dan maak je dat je wegkomt, zodat je schuldeisers je niet te pakken krijgen. Oorspronkelijk kwam het woord alleen in het Bargoens voor, maar inmiddels is het woord algemeen geaccepteerd geraakt.
En het verband met een faillissement is er ook uit verdwenen, want we zijn meestal pleite zonder failliet te zijn.
In het Chronologisch Woordenboek van Nicoline van der Sijs (2001) kunnen we lezen dat deze betekenis voor het eerst opgetekend is in 1906. Dit wil niet zeggen dat het woord niet veel ouder is, maar criterium is nu eenmaal het voorkomen in teksten.

Pas dus op als je in Duitsland zegt dat iemand pleite is. Zulke woorden die er (bijna) hetzelfde uitzien, maar een afwijkende betekenis hebben, noemen we valse vrienden. Daarvan zijn er veel meer, maar daarover meer in een toekomstige column.